De straatcoaches van Slotervaart waren in 2006 een revolutie. Toch raakte de ‘uitvinder’ de klus al snel kwijt. Ex-kickbokser Marvin Irion tien jaar later over (te) eigenwijs zijn, rare toestanden in AZC’s en stappen met penozejongens. ‘Aan echt grote gangsters merk je niet zoveel.’

Door Boudewijn Geels

(gepubliceerd in Nieuwe Revu, 23 maart 2016)

‘Zal je altijd zien: rijden wij hier rond, gebeurt er geen zak.’ Soepel stuurt Marvin Irion zijn witte Mercedes Vito-bestelbusje langs de flats van Amsterdam Slotervaart. ‘Kijk,’ zegt de uitvinder van het fenomeen straatcoach, ‘hier links hing tien jaar geleden de beruchte Piet Mondriaangroep’.

Nu hangt er niemand. Irion: ‘Logisch, het is hartstikke koud! Leve de bontkraag? Hallo, het zijn wel allochtonen! Ik ga als neger nu ook niet buiten hangen.’

We rijden naar het August Allebéplein. ‘Hier mochten we de eerste maanden niet fietsen van de gemeente. De jongens die hier dagelijks rotzooi trapten, hadden namelijk gedreigd ons te grazen te nemen. Ik zei: zo geef je die gasten dus precies wat ze willen.’

Irion kent alle straathoeken waar de hoofdpersonen uit het boek Mocro Maffia hingen. ‘Tien jaar geleden riep ik al: pak ze hard aan, anders groeien ze door. Nou, we hebben het gezien.’

Met een diepe zucht: ‘Weet je wat de grote fout is geweest? Politie en justitie hebben de snelle groei en de meedogenloosheid van de Mocro Maffia jarenlang onderschat. Inmiddels rollen er zelfs koppen. En nu is het te laat. De achterstand is te groot geworden.’

Afgetraind

Zijn dreadlocks zijn eraf, en in wat er nog wel zit, schemert grijs door. Maar oud-kickbokskampioen Marvin Irion (48) oogt nog net zo afgetraind als tien jaar geleden. Ja, als het moet gooit hij er nog zo een highkick uit. Maar het moet nooit. Eigenlijk hebben zijn mannen vroeger ook nauwelijks hoeven vechten, benadrukt hij. De uitstraling dat ze het konden, en beter dan de jongens die ze in de gaten moesten houden, was genoeg.

Een revolutie was het in 2006: particuliere beveiligers op de openbare weg. De kranten stonden vol berichten over Marokkaanse hangjongeren die hele buurten terroriseerden. In een interview in HP/De Tijd legde Irion, baas van beveiligingsbedrijf To Serve and Protect, uit dat hij een betere aanpak had dan de politie. In 2002 had hij ook al een einde gemaakt aan een lange reeks berovingen van treinpassagiers op station Lelylaan. En jawel: er volgde een belletje uit de Stopera: ‘Laat het maar eens zien dan.’

En Irion líet het zien. Zijn straatcoaches fietsen overal: van Slotervaart tot IJburg en van Osdorp tot Noord. En jawel, de overlast daalde significant.

Maar dat was toen.

Tien jaar later prijkt op de glazen tussenwand in Irions kantoor aan de Overtoom nog wel de grote adelaarskop die het logo van To Serve and Protect vormde, maar op de gevel staat nu FRED Beveiligt. FRED, legt de directeur uit, staat voor Flexibel, Respectvol, Eerlijk en Duidelijk. Op de truien van de straatcoaches die Irion anno 2016 nog wél levert, in Culemborg en Rheden, staat ook FRED.

Van ‘To Serve and Protect’ naar ‘FRED’, tsja. Irion begrijpt waar de interviewer heen wil. ‘Jij vindt FRED geen stoere naam. Kan. Maar het was tijd voor een andere uitstraling. We werken met dezelfde mensen, op dezelfde manier, alleen onder een andere naam en logo. Omdat die nu beter bij ons passen.’

Zwartepietengedoe

Als er een schaal van 1 tot 10 zou bestaan voor politieke correctheid, dan scoorde Marvin Irion een min-20. Neem een heikel onderwerp als een quotum voor vluchtelingen. ‘Natúúrlijk moet er een quotum komen. Waar gaan we al die mensen anders plaatsen? Al die BN’ers zouden vluchtelingen thuis opnemen, riepen ze op tv. Maar niemand heeft het gedaan.’

Ja, vluchtelingen terugsturen levert hartverscheurende beelden op. Irion: ‘Overal ter wereld zie je hartverscheurende beelden. Gewoon: een quotum vaststellen van zoveel duizend en dan stoppen. Dan hebben we het toch van tevoren gezegd? Weet je hoe groot de wereld is?! En ze kunnen ook naar Saoedi-Arabië hoor.’

Nog zo’n ergernis: ‘Dat zwartepietengedoe. Ik ben opgegroeid met mensen die zwarte piet altijd leuk hebben gevonden. En nu zitten we opeens in “een andere fase in ons leven” en kan het opeens niet meer? Echt, het gaat in mijn ogen véél te ver.’

‘Een collega van me die daar zit’ – Irion wijst naar de glazen tussenwand – ‘werd woedend op zijn blanke kapper omdat die iets over zwarte piet zei op Facebook. Ik zei: “Je spoort niet! Die kapper is al jaren je mattie en hij bedoelt het waarschijnlijk niet zo.’

Een paar keer overwoog Irion om zelf ook iets op Facebook te zetten. ‘Maar nee, dacht ik, dan heb ik meteen met iedereen ruzie.’

Belachelijke verzoeken

Dat is wat Irion de voorbije tien jaar naar eigen zeggen wel heeft geleerd: té eerlijk en té duidelijk zijn kan je in problemen brengen. De directheid die hem zoveel media-aandacht en zijn eerste klussen als straatcoach opleverde, maakte hem toen hij die klussen eenmaal had lastig voor de Stichting Aanpak Overlast Amsterdam (SAOA), zijn opdrachtgever. ‘Verzoeken die ik belachelijk vond, weigerde ik.’

Ook lastig: journalisten belden nooit de SAOA, die zo graag in de publiciteit wilde, maar altijd de mediagenieke Irion. ‘Niemand had ooit van de Stichting Aanpak Overlast Amsterdam gehoord, maar iedereen kende de straatcoach.’

Hij weet zeker dat niet de kosten maar zijn eigengereide houding de hoofdreden was dat de SAOA in 2009 voor het veel grotere Trigion koos. Dat kopieerde het straatcoachconcept, uitvinder Irion had het nakijken. Weg 3,8 miljoen euro aan omzet.

Hoe goed zijn de straatcoaches van Trigion? Irion, schouderophalend: ‘Ik volg ze niet dus ik weet het niet. Wat ik wel weet: wij verkopen een product, Trigion verkoopt poppetjes. Blijkbaar is de SAOA tevreden want ze doen het al zes jaar.’

Discriminatie? Nee, opvoeden

Irion stuurt zijn bestelbus de Helene Mercierstraat in Slotervaart in. Hij wijst op een vierhoogflat. ‘Hier heb ik tot mijn 21e gewoond. Toen ik hier kwam, woonde er één Marokkaanse familie, de familie Kasimir. In de straatcoachtijd ging ik opnieuw kijken. Ik wist niet wat ik zag. De gemeente heeft de buurt laten verpauperen door hier grote groepen Marokkanen, Turken en Antillianen naartoe te halen, mede omdat deze woningen erg groot zijn. De gangen waren vaak vies. Als de woningbouwvereniging ze niet schoonmaakte werd het kolerezooi.’

Daar iets van zeggen lag gevoelig. ‘Ik ken een vrouw die in de jaren zeventig in de Bijlmer iets zei van vuilniszakken die gewoon van zes-hoog naar beneden werden gegooid. “Je discrimineert!” was het meteen. Nee, dat heet opvoeden. Maar je kunt niet verwachten dat iedereen integreert. Ja, je kunt het wel eisen, maar dan moet je ook bedenken wat je doet als iemand weigert. En dat is het grote probleem in Nederland: handhaven.’

Volgens Irion is Nederland een ‘lief land’. Criminelen krijgen van naïeve bestuurders en rechters –  door Irion kortweg aangeduid als ‘de PvdA-kliek’ – derde, vijfde en tiende kansen. ‘En dus gaan ze door. Ik heb criminelen horen rekenen: ”Drie jaar lik, dat is standaard eenderde eraf wegens goed gedrag, plus na een jaar misschien open kamp of een enkelband. Oké, daar doe ik het voor.” De Amsterdamse gangsteroorlog die zoveel slachtoffers heeft geëist, heeft men dan ook zelf veroorzaakt.’

Onder de radar

Kende hij jongens die geliquideerd zijn? ‘Ja.’

Hoe ver ging dat kennen? ‘Gewoon van: “Hee, hoe is het?” en een borreltje drinken. Een geliquideerde gangster – ik zeg niet wie – ging bijvoorbeeld wel eens mee als we met een groep ergens gingen eten. Topgozer! Altijd supergezellig. Toen ik hoorde dat hij was doodgeschoten schrok ik echt. Als we in de stad waren deed hij geen vlieg kwaad. Stond hij altijd rustig toe te kijken met zijn cognacje. Maar ja, aan echt grote gangsters merk je niet veel. Die willen onder de radar blijven. Nee, juist de kleintjes, die hebben een grote bek. Maar ze zijn vaak het minst gevaarlijk.’

Is het niet link om als beveiligingsman te borrelen met mensen met een kilometerslang strafblad? Irion, gedecideerd: ‘Luister, ik kom uit Slotervaart. Ik ben opgegroeid met jongens die nu het etiket “penoze” dragen. Vroeger waren we vrienden, dus nu ook. Wat zij doen is hún ding en niet het mijne. En dat weten ze: ik bemoei me er niet mee. Je wilt niet weten hoe vaak ik vroeger ben benaderd: “Hee Marvin, we kunnen nu echt doekoe maken!” Toen de ecstasy opkwam bijvoorbeeld. Maar dat is nooit mijn ding geweest.’

‘Voor ik in de media kwam dacht iedereen dat ik ook penoze was, want ik had altijd mooie spullen. Maar nee, ik werkte gewoon hard. En ik kickbokste. De meeste jongens die vochten maakten alles meteen op. Ik spaarde. Pas toen ik in media kwam, dachten de mensen: o doet-ie het zó?’

Oorlog in Culemborg 

Na het verlies van ‘Amsterdam’ aan Trigion moest Irion nog een hobbel nemen. In 2012 raakte hij de straatcoach-klus in Almere kwijt na beschuldigingen van gesjoemel met werktijden. Hij is er kort over: ‘Het was mijn personeel en daar ben ik verantwoordelijk voor. Maar mensen die me kennen, weten dat ik me niet inlaat met dit soort praktijken.’ Onlangs bepaalde de rechter dat Almere ruim een ton aan openstaande rekeningen alsnog moet voldoen.

Culemborg is wel een succesverhaal. Die stad kwam tussen 2010 en 2012 perse keren in het nieuws door vechtpartijen tussen Molukkers en Marokkanen. Irion streek er neer met zijn straatcoaches en kreeg de boel weer rustig. Hij werkt er graag, omdat Culemborg hem zijn gang laat gaan. ‘Ze weten dat onze aanpak succesvol is.’

Na de positieve publiciteit over zijn verrichtingen in de hoofdstad was ‘het hek van de dam’, vertelt Irion. ‘Alle gemeenten wilden opeens straatcoaches. Maar ze stelden soms heel rare eisen. In een opdrachtomschrijving – volgens mij in Roosendaal – stond dat we niet met de doelgroep mochten praten. Dus zei ik: dan moet je ons ook niet laten rondfietsen.’

Een andere gemeente wilde alleen Marokkaanse jongens. ‘Want daarmee los je het Marokkanenprobleem op, was de gedachte. Nee, zei ik, dat is het domste wat je kunt doen. Hun vaders komen namelijk samen in de moskee: “Waarom heeft jouw zoon dat en dat gezegd?” Zo ontstaat wrijving. Daarom werkt de aanpak met Marokkaanse buurtvaders in mijn ogen ook niet. Je moet gewoon kijken: wie lost het probleem het beste op? Je hebt ook Nederlanders die dit werk doen die goed met Marokkanen kunnen omgaan. Niet veel, maar ze zijn er wel.’

Hells Angels op rij 1

Ook goed met allochtonen vindt hij de Amsterdamse PvdA-burgemeester Eberhard van der Laan, de man van de Top 600-aanpak voor draaideurcriminelen. ‘Van der Laan lijkt wel een VVD’er: veel steviger dan Job Cohen. Die liet over zich heen lopen. De criminele Marokkaantjes waren dol op hem.’

Alleen is Van der Laan wel ‘hopeloos naïef’ als hij denkt dat er tijdens het eerste grote kickboksgala sinds vijf jaar, op 4 december in de RAI, niet net zoveel criminelen op de tribune zaten als vroeger. ‘Er liep voor ik weet hoeveel jaar lik! Ik kon ze zo aanwijzen: daar zitten de Hells Angels, daar de Mocro’s, daar de Molukkers. Alleen droegen de Angels nu geen hesjes. En de penoze zat niet meer opzichtig aan tafels rond de boksring, want die had Van der Laan verboden. Nee, ze zaten op de eerste rij. Oók status! Want waar zitten bij Amerikaanse basketbalwedstrijden de vips? Juist.’

En dit gala was nog beter om te netwerken dan die van vroeger, stelt oud-Nederlands kampioen Irion, die zelf in 1996 zijn laatste wedstrijd vocht. ‘Bij normale gala’s volgt de ene partij meteen op de andere. Nu was er na elke wedstrijd twintig minuten pauze. Dus hup, iedereen naar achteren, drinken en ouwehoeren. Maar wat je niet ziet dat is er niet, denkt de gemeente kennelijk. Ik noem dat oogkleppen ophebben.’

Blanke Tokkies

We rijden door de Vogelbuurt in Amsterdam-Noord. Bakstenen rijtjeshuizen met rode dakpannen. Een echte volksbuurt. Ook dit is bekend terrein voor Irion. ‘Tien jaar geleden waren hier blanke Tokkies de baas op straat, en ook op hen kregen onze straatcoaches aardig wat grip. Maar vlak voor Kerst mochten we van de Stichting Aanpak Overlast Amsterdam opeens niet meer in de Vogelbuurt komen. “De bewoners hebben geklaagd dat jullie te agressief zijn naar de jongeren,” hoorde ik. Nee, we deden gewoon wat onze opdracht was, net als in Slotervaart. En daar konden die jongetjes niet zo goed tegen. Die wilden gewoon hele bazooka’s aan vuurwerk afsteken als ze daar zin in hadden. En dat was niet alleen op 31 december om twaalf uur ’s nachts.’

Heeft de SAOA een deal met de bewoners gemaakt: als jullie je een beetje gedeisd houden, halen wij de straatcoaches terug?’ Irion, schouderophalend: ‘Ik heb geen idee wat er is afgesproken. Maar dat het verhaal van de stichting niet klopte is zeker.’

Een tijdje daarna verzocht de SAOA hem om toch in een ‘off limits-straat’ te gaan kijken. ‘Er was iets met asbest. Ik zei: we mochten daar toch niet meer komen? Dan gaan we nu ook niet.’ Hij slaakt een zucht. ‘Daar is een bedrijf als Trigion toch een stuk handiger  in. Dat zegt dan gewoon: “Is goed, we gaan meteen”.’

Nog zo’n voorbeeld: het aanpassen van dagrapporten. ‘Mijn straatcoaches hadden gezien dat de politie iemand met buitensporig geweld had opgepakt. Belde de SAOA: of ik dat dagrapport wilde aanpassen. Nee dus, het is zoals het is. En als ik een dagrapport aanpas en er komt stront van, zegt de stichting: “Ja, hij heeft dat rapport aangepast”.’

Irion heeft, zegt hij, nergens spijt van. ‘Maar ik heb wel geleerd dat je soms beter je mond kunt houden. Dan vindt iedereen je aardig. Nu ik 48 ben denk ik dan ook vaak: laat maar zitten.’

Syrische AZC-meisjes opgehaald per Mercedes 

Het leveren van straatcoaches is anno 2016 geen kernactiviteit meer. ‘Het product is verpest.’ Nu levert Irion vooral beveiligers aan Schiphol – onder andere voor de taxistandplaatsen op de luchthaven -, voor objecten en voor evenementen.

Een nieuwe markt zouden asielzoekerscentra kunnen zijn, vertelt hij. ‘Daar gebeurt van alles.’

Wat dan bijvoorbeeld? Irion pakt zijn telefoon. ‘Even een vriend bellen die daar als eenpitter is ingehuurd door een groot beveiligingsbedrijf.’ Irion groet zijn vriend in het Surinaams en vraagt dan: ‘Die AZC’s, zouden wij daar ook nuttig werk kunnen doen?’

‘Ja man!’ klinkt het over de speaker. ‘De huidige beveiligers zitten maar een beetje met hun tablet te spelen op de gang. Dagrapporten maken ze nauwelijks, terwijl ze zo wel dossiers over bepaalde vluchtelingen zouden kunnen maken. Dat is hard nodig, want er gebeuren rare dingen. Drank- en drugsgebruik. Mooie Syrische meisjes die hier niemand kennen maar wel worden opgehaald in een dikke Mercedes, zomaar drie dagen wegblijven en dan worden teruggebracht met een dikke Mercedes. Hoe zít dat?!’

Irion bedankt zijn vriend en hangt op. ‘Je hoort het: groeimarkt. Maar ja, de Trigions van deze wereld krijgen de klussen. Want zij hebben de macht en het netwerk.’

En ze zijn flexibel als dat zakelijk gezien wel zo handig is?

Irion knikt gelaten. ‘Jij snapt het.’